Eén van mijn helden, Steve McCurry, ligt onder vuur. Een italiaanse fotograaf ontdekte dat er een ernstige photoshop-fout zat in een foto van Steve McCurry: het been van iemand op de achtergrond was onzorgvuldig verwijderd. Dat leidde tot veel ophef: Steve McCurry bewerkt zijn foto’s!!!
Ik ben een groot bewonderaar van Steve McCurry. U kent hem wel van de foto van het Afghaanse meisje met de groene ogen. Die foto is inmiddels iconisch geworden — maar al zijn foto’s zijn geweldig! Kijkt u zelf maar even.
De huidige consternatie vind ik enorm verrassend. Natuurlijk worden de foto’s van McCurry stevig nabewerkt. Hoeveel boter kun je hebben op je hoofd? Zulke beelden ontstaan alleen bij de gratie van een hele goede fotograaf, die zijn beelden zorgvuldig kan regisseren, gevolgd door iemand die heel goed kan nabewerken.
Maar ook de suggestie dat dit niet zou mogen, bevreemd me. McCurry is geen journalist. Ja, hij reist door verre landen, maar dat wil niet zeggen dat hij journalistieke beelden creëert. Ik ben het er helemaal mee eens dat een journalistieke fotograaf zijn beelden niet mag manipuleren: geen details er in plakken of verwijderen die zijn beeld meer of minder erg maken — maar dat is een criterium dat niet op McCurry van toepassing is. En dus begrijp ik de consternatie niet.
McCurry’s probleem lijkt te zijn dat hij altijd heeft gesproken over wat hij fotografeerde, maar niet over zijn nabewerkingsproces. Dat vindt hij zelf minder interessant. Daar gaan zijn foto’s niet over.
Voor de duidelijkheid zeg ik het daarom maar even zelf: ik bewerk mijn beelden. Ik retoucheer; ik knip, ik plak: alles om tot een zo mooi en krachtig mogelijk beeld te komen. Nee, ik ben geen McCurry — en ik ben ook geen journalist. Maar voor het geval er iemand ooit over valt: ja, ik bewerk mijn beelden. Uitgebreid. Het is maar dat u het even weet.