Bevrijdingsdag 2020: de oorlog op de IC

Afgelopen weken heb ik enkele malen mogen fotograferen op verschillende IC afdelingen. Dat is een opdracht waar je wel even over na moet denken. Wil ik dat? Durf ik dat? Maar de vraag kwam en ik heb het gedaan. En wat ik daar heb gezien heeft me behoorlijk geraakt. Ik ben er nogal van onder de indruk! Niet alleen van het lijden en de menselijke angst, maar vooral van de inzet van de — bijna uitsluitend— vrouwen die dag in, dag uit op de IC de strijd voeren met deze onzichtbare vijand.

Oorlog en vrede

Vandaag is het bevrijdingsdag. Op 6 juni 1944 landden de geallieerden op het strand van Normandië, en nog geen jaar later, dit jaar 75 jaar geleden, werd Nederland door de Canadezen bevrijd van de Duitsers. De oorlog kwam daarmee ten einde en de wederopbouw kon beginnen.

Daarmee begon een mooie periode van vrede, welvaart, ontwikkeling en internationale samenwerking. Ik heb nooit oorlog meegemaakt; ik groeide op in het staartje van de Koude Oorlog (wat ik me vooral herinner is Sting, ‘I hope the Russians love their children too’). Maar toen Gorbatsjov Glasnost uitriep en de Berlijnse muur viel, ontstond bij mij het vermoeden dat ik ook nooit een oorlog zou moeten meemaken.

Niet dat vrijheid goedkoop werd voor me. Ik heb me altijd afgevraagd wat er in de hoofden van de soldaten omging die in de landingsvaartuigen stapten die op 6 Juni 1944 op de Normandische kust — en het Duitse spervuur — aanvoeren.

Ik heb me altijd afgevraagd: hoe maak je als soldaat die keuze: om in dat landingsvoertuig te stappen en op weg te gaan naar Normandië — en het Duitse spervuur?

Soldaten die ervoor kozen om in die boot te stappen en die reis naar die kust te maken, om daar, ver van hun eigen huis, door het water te waden en te gaan vechten voor een land dat niet hun land, of zelfs hun continent was. Hoe doe je dat? Hoe stap je in zo’n boot? Hoe maak je zo’n overtocht? Wat gaat er door je hoofd heen? Wat beweegt je? En, niet onbelangrijk,: zouden er in onze welvaartstijd nog mensen zijn die dat doen?

Volledig tegen mijn verwachting in maak ik toch een oorlog mee. Wat ik niet voor mogelijk had gehouden is wel gebeurd. Een uiterst vileine vijand is ons land binnengedrongen, heeft ons leven lam gelegd, onze economie getorpedeerd, en onze samenleving compleet veranderd. Erger nog: deze vijand heeft het speciaal gemikt op de ouderen en zwakken onder ons: in de korte tijd dat hij in ons land is heeft hij al duizenden slachtoffers gemaakt.

De soldaten zijn blauw en vrouw

Wellicht dat je niet geneigd bent om dit als oorlog te zien. Hij wordt namelijk niet gevochten door jongens in het groen, maar door meisjes in het blauw. De strijd is niet in de straten of de loopgraven, maar op de Intensive Care Units van al onze ziekenhuizen.

En daar werd mijn vraag beantwoord: op de IC units heb ik dames ontmoet die, dag in dag uit, en met gevaar voor eigen wel en wee, zich ontfermen over mensen die ze helemaal niet kennen, en de strijd met deze vijand aangaan. Er zijn zelfs dames die, nadat ze afscheid hadden genomen van het werk in de verpleging (bijvoorbeeld vanwege de werkdruk of het slechte salaris), terug zijn gegaan naar de Intensive Care.

Die zin schrijf ik nog een keer. Laat dat maar even inwerken: terug zijn gegaan naar de Intensive Care…

Bedenk wel: verpleegkundigen hebben helemaal geen goede CAO. Onder normale omstandigheden is de werkdruk al hoog en zijn de werktijden zeer onregelmatig. Maar naar het Malieveld gaan om te protesteren doen verpleegkundigen niet snel: ze hebben geen tractoren om hun eisen kracht bij te zetten en de aandacht op te eisen. En bovendien: een verpleegkundige staakt niet. Want je patiënt in de steek laten, dat doe je niet.

Achter de mondkapjes en veiligheidsbrillen gaan gezichten schuil van dames die oma zijn. Die er al een heel leven van zorgen voor anderen op hebben zitten. Dames voor wie het tijd wordt om wat meer van het leven te gaan genieten. Die intussen wel genoeg hebben geïnvesteerd. Dames die een leeftijd hebben bereikt waarop dit virus voor hen zeker ook niet ongevaarlijk is.

Achter die maskers ontmoette ik ook hele jonge dames. Meisjes, net van school af en aan het begin van een carrière. Meisjes die eigenlijk bezig moeten zijn hun vriend gek te maken. En meiden die net een gezin zijn begonnen. Die nu voor hun kleintjes zouden willen zorgen. Eén van de dames die ik ontmoette was begin dertig, alleenstaand, en had twee kleine kinderen. Ze had 8 jaar op de IC gewerkt en was er 6 maanden weg. Maar: ze hadden me nodig, en dus ging ze terug. Nu draait ze diensten van 12 uur en ziet ze haar kinderen nauwelijks; als ze thuiskomt bewaart ze afstand in verband met het gevaar op besmetting. Voor zichzelf is ze niet bang. Voor de mensen in haar omgeving des te meer.

Deze dames zijn voor mij helden. Dank zij hen begrijp ik die soldaten in die landingsvaartuigen, op weg naar de Normandische kust en de ondoordringbare Duitse Atlantic Wall, beter. Dank zij hen is mijn geloof in de nobele aard van de mensheid hersteld.

 

De IC is de nieuwe loopgraaf

Er is al veel gezegd en geschreven over wat er op de IC’s is gebeurd. Gelukkig wordt het er nu een beetje rustiger, maar toen ik er was zat iedereen nog aan zijn capaciteit. Ik heb de angst in de ogen van de patiënten gezien; ik heb de mensen die in slaap werden gehouden aan de beademingsapparaten gezien. De verpleegkundigen draaiden diensten van 12 uur, dagen achter elkaar. Er waren dagen dat ze meerdere patiënten per dag verloren. De dood en het gevaar zelf besmet te raken is altijd dichtbij.

Maar op geen enkel moment heb ik paniek gezien. In de ogen van deze dames zag ik geen angst of twijfel — enkel vastberadenheid. En rust, vriendelijkheid, begrip, geduld, focus en concentratie. Ik vergeet nooit meer dat twee verpleegkundigen bezig waren met een patiënt die in slaap werd gehouden: terwijl de ene verpleegkundige een buisje verwisselde op het lichaam van een slapende dame, wreef de andere zacht over haar hoofd, haalde haar lange haar uit haar gezicht, en sprak haar liefdevol toe. Het is best ingewikkeld foto’s maken als de tranen over je wangen stromen achter je veiligheidsbril en mondkapje.

 

Malieveld

Ik wil nog één ding kwijt. Ik hoop, hoop, hoop dat dit virus binnenkort ons land wordt uitgeschopt. En als in de maanden en jaren daarna de verpleegkundigen het nodig vinden om op het Malieveld te vragen om een betere CAO… dan beloof ik hen nu al dit:

Dan zal ik fysiek aanwezig zijn en pal naast jullie staan.

Bevrijdingsdag 2020: de oorlog op de IC Read More »